Entrustable Professional Activities

(EPA)

 

 

EPA 1   Het stellen van diagnose bij poliklinische patiënten met knie, enkel en voet

             klachten.

             Zelfstandig anamnese afnemen , lichamelijk onderzoek verrichten, differentiaal diagnose

             opstellen, aanvullend onderzoek(en) aanvragen en een behandelplan opstellen (in overleg) bij

             patiënten met knie, enkel en voet klachten.

 

EPA 2  Het verrichten van gespecialiseerde poliklinische orthopedische ingrepen.

            Infiltratie met corticosteroïden in heup, knie, enkel en voetgewrichten/ kirschner draden

            verwijderen/ postoperatieve wond controles/ gips beoordelingen.

 

EPA 3  Verrichten van goed gedefinieerde chirurgische ingrepen op het

            operatiekamer complex bij orthopedische patiënten. 

            Hamerteen correcties (+ realignment), Gastrocslide, hallux arthrodese, Akin osteotomie,                        Osteosynthese materiaal verwijderen, knie arthroscopie, arthrotomie knie en heup (postero-    

            laterale benadering) en steriele punctie heup/ knie gewricht.

 

EPA 4  Het coördineren van alle zorg rondom de revisie knie prothesiologie.

            Het screenen van poliklinische second opinion patiënten en zo nodig het aanvragen van de  

            aanvullende onderzoeken. Vervolgens informatie (DD en conclusie) leveren aan de

            orthopedisch chirurg. Zorg dragen voor het volledig informeren van het operatieteam over de

            operatie wat betreft techniek/verloop en benodigde medische instrumentarium.

            Zelfstandig positioneren , desinfecteren , afdekken en als eerste assistent assisteren en

            opereren bij revisie prothesiologie.

 

EPA 5  Visite lopen bij orthopedische patiënten op de klinische afdeling.

            Postoperatief de patiënt informeren over het resultaat van de ingreep.       

            Signaleren van postoperatieve problemen en complicaties en hiernaar handelen.

            Controleren/bijstellen van medicatiegebruik, wondcontrole, zo nodig aanvullend         

            onderzoek(en) aanvragen, ontslagdatum bepalen (in overleg met specialist) en

            administratieve afhandelingen uitvoeren op de chirurgische afdeling.